Toen Saïda vrijwilliger Marlies ontmoette, kon ze eindelijk haar hart luchten. ‘Ik praatte en praatte. Daardoor daalde er gelijk een soort rust over me heen.’
“Mijn zoontje wilde dolgraag een broertje of zusje. Hij zei: ‘Kom mam, we gaan er een kopen.’ We hadden al heel veel meegemaakt; we hebben een kind verloren en ik kreeg meerdere miskramen. Een paar jaar later kwam er een meisje bij.
Het werd een pittige tijd. Ik voelde me lichamelijk uitgeput en ons dochtertje sliep heel weinig. Doodop zocht ik hulp. Via het consultatiebureau hoorde ik over Home-Start. Het klikte meteen met degene aan wie ik werd gekoppeld: Marlies. Ze kwam op me over als een vrouw met ervaring, een soort tweede moeder.
Ik ben zelfstandig en kan goed voor mezelf opkomen. Maar ik had ook behoefte om sommige dingen te delen, aan iemand die een luisterend oor kan bieden. In mijn eigen omgeving had ik die niet. Ik ben zelf de oudste van een groot gezin en kreeg als kind al snel een moederrol. Ik moest altijd door, ik ben daardoor hard geworden voor mezelf.
De eerste gesprekken met Marlies bestonden uit praten, praten en nog eens praten. Er daalde gelijk een soort rust over me heen. Praten lijkt iets kleins, maar is eigenlijk iets heel groots. Ik vond rust en kon beter slapen. Marlies kwam in het begin elke week thuis op de thee. In de onrustige coronatijd zijn we gaan wandelen. Na twee uurtjes buiten voelde ik: ik kan weer verder. Het was natuurlijk niet allemaal opgelost, maar ik had weer energie om door te gaan.
Tegen andere jonge moeders in dezelfde situatie zou ik willen zeggen: probeer absoluut eens Home-Start. Het is een toegevoegde waarde. Soms wil je niet horen wat je precies moet doen en wil je geen tips ontvangen. Nee, dan wil je gewoon weer even helder worden. Deze week konden Marlies en ik elkaar niet zien, toen heb ik even een berichtje ingesproken. Dan krijg ik een heel lief bericht terug en kan ik er weer even tegenaan.”
Marlies is als vrijwilliger al bij acht gezinnen over de vloer gekomen. ‘De grote kracht van Home-Start is dat wij de tijd hebben om te luisteren.’
“Saïda en haar gezin hebben nogal wat meegemaakt. Ik vind het heel knap dat ze mij hebben toegelaten. Eerst kwam ik vooral bij hen thuis, maar in coronatijd zijn Saïda en ik gaan wandelen en dat doen we nu nog iedere week. Dan bespreken we waar ze tegenaan loopt, zoals de communicatie met hulpverleners of school. Ik luister, denk mee en probeer zo nodig de andere kant van de zaak te belichten.
Zij zijn het achtste gezin bij Home-Start waar ik mag komen. De grote kracht van dit programma is dat wij de tijd hebben om te luisteren. Ik zie hoe de gezinnen ervan opknappen dat er iemand is die naar hen luistert, troost biedt, begrijpt dat er wat aan de hand is.
Een van de moeders durfde nauwelijks meer naar buiten omdat haar kindje in de wagen dan steeds zo ging huilen. Ze was bang voor opmerkingen van mensen. Toen ik met haar meeging, kreeg ze die ook. We hebben geoefend om het kindje niet gelijk uit de wagen te pakken. Ook hebben we de opmerking van de voorbijganger gewoon genegeerd. Een paar maanden later ging ze zelf met de kinderen naar de speeltuin en was er niets meer aan de hand.
Bij Saïda brengt het rust in de opvoeding dat ze haar ei kwijt kan. Daardoor houdt ze meer energie over voor de kinderen. Laatst zei ze tegen me: ‘Weet jij wel wat voor goed werk jij doet?’ Een andere moeder zei: ‘Je hebt mijn lontje wat langer gemaakt.’ Ik word er blij van om te merken dat ik iets kan betekenen voor hen. Als Saïda verdrietig de trap af komt en na onze wandeling lachend naar huis gaat, weet ik waar ik het voor doe.”
Op de foto praat moeder Saïda (links) met Home-Start vrijwilliger Marlies (rechts) over ouderschap en opvoeden. Foto's Saïda en Marlies: Anneke Hymmen. Tekst: Josephine Krikke.
Angelina steunt de Syrische Khansaa: 'Zo draag ik mijn steentje bij om de wereld een beetje mooier te maken.'
Tessa: ‘Het ouderschap is soms not easy’
Vrijwilliger Karin: ‘Dit werk heeft me door de coronatijd heen geholpen’
Moeder Saïda: ‘Praten lijkt iets kleins, maar is iets heel groots’
Maya: ‘Hulp accepteren is mijn grootste les geweest’